Luister, Israël:
de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad.
Straks brengt de HEER, uw God, u naar het land dat Hij u zal geven, zoals Hij uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob onder ede heeft beloofd. U krijgt daar grote, mooie steden, die u niet zelf hebt gebouwd, huizen vol voorraden, die u niet hebt aangelegd, regenputten, die u niet hebt uitgehouwen, en wijnstokken en olijfbomen, die u niet hebt geplant. Als u daar in overvloed leeft, zorg er dan voor dat u de HEER niet vergeet, die u uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. Heb alleen ontzag voor de HEER, uw God, dien Hem en zweer alleen bij Zijn naam. Laat u niet in met de goden van de omringende volken; u zou daarmee de toorn van de HEER over u afroepen en Hij zou u van de aardbodem wegvagen. Want de HEER, uw God, die in uw midden is, duldt geen andere goden naast zich. Stel Hem niet op de proef, zoals u bij Massa deed. Leef de geboden, de bepalingen en de wetten die de HEER, uw God, u heeft voorgehouden, zorgvuldig na en doe wat goed is in Zijn ogen. Dan zal het u goed gaan en kunt u het goede land in bezit nemen dat Hij uw voorouders onder ede heeft toegezegd. Al uw vijanden zal Hij voor u op de vlucht drijven, zoals Hij heeft beloofd.